Spring naar inhoud

TWEE MILJARD VOOR DE PARTICULIERE VOORRAAD

 

gebouwde omgeving van het gas af

VERSNELLING PARTICULIERE MARKT

2 MILJARD EURO PLAN

 Link naar Word Document met verdere onderbouwing.

 Opgave

De huidige bouwpraktijk schiet te kort om de energietransitie opgave van de bestaande woningvoorraad te behalen binnen de gestelde termijn. De besparingsdoelen blijven ver achter en versnellingsprogramma’s schalen maar moeilijk op. Ergo, een backcast vanuit 2050 naar nu laat zien dat de huidige besparingsstappen weinig zoden aan de dijk zetten. Een woning die een relatief kostbare kleine stap heeft gezet, is op aan later tijdstip lastiger energie-neutraal te maken. Alle woningen gebouwd voor 1995 dienen de komende 30 jaar op een bepaalde manier energieneutraal te gaan functioneren. Dat kan door duurzame warmte, groen gas of all-electric oplossingen. De woningen die na 1995 gebouwd zijn kunnen waarschijnlijk met relatief simpele ingrepen dat niveau halen. Het grootste deel van de woningen gebouwd voor 1995 is gebouwd tussen 1955 en 1980. Dit is ook het deel van de woningvoorraad waar de meeste energie wordt verbruikt (zie afbeelding 4 onderbouwing). De aanpak van dit deel van de woningvoorraad is te vergelijken met de manier waarop die woningen in de jaren 50, 60 en 70 zijn gebouwd. De overheid heeft destijds fors geïnvesteerd in industriële productie om invulling te kunnen geven aan de nijpende woningtekorten. Dat moet nu weer gebeuren.

Bewoner

Na twee decennia verduurzamingsprogramma’s weten we één ding zeker: de particulier geeft niet eenvoudig geld uit aan verduurzaming van zijn woning. Er zijn uitgebreide analyses gemaakt waarom men niet snel overgaat tot een energetische renovatie. We weten zodoende wat er beter moet. Maar er zijn nog onvoldoende verduurzamingsoplossingen met daaraan gekoppelde marktcondities beschikbaar die alle redenen voor de consument om het niet te doen, pareren.

Subsidies

Subsidies verstrekken aan woonconsumenten zullen de bouwpraktijk niet veranderen. De opgave blijft in handen van traditionele partijen die kiezen voor geëigende oplossingen. De bescheiden marges en de al even bescheiden rol van aannemers binnen de huidige bouwpraktijk staan de noodzakelijke stappen naar innovatie en industrialisatie in de weg.

Subsidies dienen eigenlijk alleen ingezet te worden als ze de route naar een energie neutrale gebouwde omgeving echt dienen. Daarnaast dienen ze de innovatiebereidheid van de bouwsector te versterken en moeten ze rechtstreeks ten goede komt aan de woonconsument.

Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is naast klimaatadaptatie en grondstoffenproblematiek het belangrijkste issue waar de bouwsector voor staat. Het is daarnaast de sleutel om 50% van het primaire energievraagstuk op te lossen. Een grote inzet vanuit de overheid is dus vereist. In verhouding tot de bedragen die worden geïnvesteerd in het centraal opwekken van duurzame energie komt de gebouwde omgeving er namelijk bekaaid af. Miljarden euro’s worden er gestoken in het verduurzamen van onze elektriciteitsvraag terwijl de energievraag voor het invullen van de warmtebehoefte vele malen groter is.

Dat kan anders!

Scope

Dit idee is voornamelijk bedoeld voor een flink deel van de particuliere woningvoorraad gebouwd tussen 1950 en 1990. De woningen die gebouwd zijn voor 1950 (voornamelijk vooroorlogs) vragen om een meer pluriforme aanpak waarbij gedacht moet worden aan een mix van duurzame warmte, groen gas, isolatie en all-electric (zie afbeelding 4, onderbouwing). De verwachting is wel dat de spin-off van dit plan impact heeft op de mogelijkheden die beschikbaar komen voor dat deel van de woningvoorraad. De woningvoorraad van na 1990 zal veel meer en langer afhankelijk blijven van de huidige bekende infrastructuur.

Het Idee

Innovatie en industrialisatie is de sleutel. Daar dient een nieuw kabinet fors in te investeren. De komende kabinetsperiode dient daar 2 miljard euro voor vrijgemaakt te worden.

Energie neutrale proposities voor particuliere woningeigenaren zijn nog niet marktrijpheid. Bestaande proposities die nu, gecombineerd met een toch al geplande renovatie, rendabel zijn voor woningcorporaties dienen nog zeker 40% in kostprijs te dalen. Aannemers en installateurs zullen zeggen: onmogelijk. De toeleverende industrie denkt daar echter heel anders over. En als er geïnnoveerd en geïndustrialiseerd moet worden zijn zij aan zet.

Deze opgave is te vergelijken met de doelen voor wind op zee. Het meest ideale is om net als bij wind op zee afspraken te maken over innovatiedoelen en vervolgens de markt in te laten schrijven op grote tenders. Zo werkt het helaas niet bij particuliere woningen. Maar iets dergelijks zou wel het ei van Columbus kunnen zijn.

Industriële partijen zijn bereid om onder bepaalde condities te investeren. De drie meest bepalende zijn:

  • Een zekere belofte van schaal.
  • Zekerheid rondom marktcondities waarmee innovaties schalen.
  • Aanwezigheid van professionele partijen die complete marktrijpe proposities aan de man kunnen brengen.

Hoe creëren we schaal?Door het uitgeven van twee miljard euro. Niet rechtstreeks aan particuliere eigenaren maar op een indirecte manier via de bedrijven die een integrale propositie voor particuliere woningeigenaren aanbieden. Om het treintje op gang te brengen dient er een prikkel te zijn om te investeren. Het gat van 40% dient in eerste instantie, net als bij SDE+, gedragen te worden door overheidssubsidie. Er dient tegelijkertijd een prikkel te zijn waarmee zo zuinig mogelijk wordt omgesprongen met die subsidie.

Dat zou op de volgens manier kunnen:

  1. Schrijf ‘tenders’ uit van minimaal 10.000 woningen (max 5 tenders)
  2. Beloof binnen die tenders een overbruggingsbedrag van maximaal 40% van de kostprijs (bedragen tussen 25K en 40K per woning).
  3. De partij die met een bepaald industrieel op te schalen concept de hoogste ambitie kan behalen op het niveau van besparing met een zo minimaal mogelijk overbrugginsbedrag wint een tender.
  4. De bewoners krijgt daarmee een aanbod voorgeschoteld die dezelfde waarde heeft als de maandelijkse energierekening.
  5. Ga met die partijen een innovatiecontract aan.
  6. Regel voorafgaand hieraan de gebouw gebonden financiering.

Lessen uit de Stroomversnelling

  • Stimuleer nieuwe coalities, aannemers blijven te veel hangen project-denken.
  • Grote aannemers / installateurs vinden de individuele bewoners lastig.
  • Dit is geen opgave voor de lokale aannemer en installateur.
  • De rol van System Integrator wordt door een heel beperkt aantal traditionele partijen opgepakt.
  • Na een tender begint het niet direct te draaien, innoveren kost tijd en fabrieken bouwen kost tijd.
  • Werk zowel lokaal als centraal aan condities waarmee innovatieve proposities kunnen schalen.
  • Geef zekerheid aan de koper. Prestatiegarantie is een voorwaarde.
  • Niet energieneutraliteit is leidend maar een gezonde, comfortabele en toekomstbestendige woning.

Benefits

  • Een gezond, comfortabel en vernieuwd huis voor de bewoner.
  • Vernieuwde en aantrekkelijke wijken en buurten voor de gemeente.
  • Bouwomzet voor de bouwsector.
  • Internationaal markt- en innovatieleiderschap bij de toeleverende industrie.
  • Snelle realisatie van klimaatdoelen, werkgelegenheid en additionele belastinginkomsten (41% op iedere euro) voor de rijksoverheid.

Veranderingen

Van Naar
Kleine stappen Grote sprongen
Besparingsmaatregelen Complete propositie
Gemeentelijk energieloket Renovatie winkel (e.g. Reimarkt)
Lening gekoppeld aan personen Lening gekoppeld aan gebouw
Lokale aannemer / installateur System Integrator
Bouwen Assembleren
Bouwplaats Fabriek
Ketensamenwerking Netwerkintegratie
Bouwbesluit Prestatiegarantie op binnenklimaat
Klantgezwicht Gewilde oplossingen
Maatwerk Industriële modificatie
Aannemer Aanbieder


 

One thought on “TWEE MILJARD VOOR DE PARTICULIERE VOORRAAD Plaats een reactie

Plaats een reactie