Brief aan AEDES bestuur over EPV-gas
Verenging van Woningcorporaties AEDES
t.a.v. Het Bestuur
Postbus 93121
2509 AC Den Haag
Betreft: Reactie op uw standpunt inzake EPV-gas
Datum: 10 oktober 2016
Op persoonlijke titel
Geacht bestuur,
Tijdens het gesprek met minister Blok op 29 september jl. heb ik kennis mogen nemen van uw standpunt inzake de mogelijkheid die de minister wil scheppen voor de inzet van de EPV in combinatie met het gebruik van fossiel gas.
In dat gesprek is uw bestuursstandpunt verwoord door dhr. Haans. Met deze brief wil ik graag de argumenten die dhr. Haans aandroeg onder de loep nemen. De meesten zijn naar mij bescheiden mening namelijk gebaseerd op een verkeerd beeld van het fenomeen Nul op de Meter, de rol van de Stroomversnelling en de bedoeling van de EPV.
Deze brief is vooral inhoudelijk van aard. Ik weet echter ook dat inhoudelijke argumenten er op een gegeven ogenblik niet meer toe doen als mensen zich hebben ingegraven met hun standpunten. Uiteraard is het mijn bedoeling u te overtuigen. Maar nog belangrijker vind ik het opruimen van feitelijke onjuistheden. Wellicht biedt deze brief nieuwe aanknopingspinten om als bestuur uw standpunt over de EPV-gas te herzien. Belangrijk omdat een EPV-gas forse negatieve consequenties zal hebben voor innovaties waarmee we de CO2 doelstellingen van 2050 moeten gaan halen. Het is helaas wel een lange brief geworden omdat ik veel zaken heb uit te leggen over onderwerpen die voor velen geen dagelijkse kost zijn. Het hele innovatiemechanisme dat schuilgaat achter de Stroomversnelling is daarnaast ook te complex en te samenhangend om delen weg te laten. Excuus dus voor het feit dat deze ik deze brief niet korter kon maken.
Ik loop puntsgewijs een aantal argumenten en/of uitspraken na die zijn gebruikt c.q. uitgesproken door dhr. Haans. Ik begin echter met het opruimen van een aantal hardnekkige misverstanden over Nul op de Meter en de EPV. Ik probeer daarin ook een uitspraak van dhr. Hendriks (Wooncompagnie) te weerleggen die namens de Groene Huisvesters deelnam aan het gesprek met minister Blok.
Technologie
Dhr. Haans noemde meerdere malen in zijn argumentatie dat de huidige EPV bepaalde innovatieve technologieën uitsloot. Hij gaf daarbij aan dat er volop ontwikkelingen spelen en dat hij daar op het juiste moment op in wil spelen.
Allereerst moet duidelijk zijn dat Nul op de Meter geen enkele technologische ontwikkeling uitsluit. Nul op de Meter is slechts een ambitieniveau dat is bedacht om innovatieve partijen over een systeemgrens te duwen. Achter die systeemgrens is het noodzakelijk om te zoeken naar nieuwe oplossingen. Dat kunnen radicale innovaties zijn of nieuwe configuraties van bestaande technologieën.
Nul op de Meter als beginsel is niet alleen maar een uitvinding van Energiesprong. Het is bedacht tijdens de vele experimenten die wij als Energiesprong, met vele leden van Aedes, de afgelopen jaren hebben uitgevoerd. Het is bedacht, uitgeprobeerd en verder ontwikkeld met grote betrokkenheid van bewoners. De meter achter de voordeur die, binnen bepaalde voorwaarden, op nul kan uitkomen gedurende een jaar is technologisch namelijk het meest makkelijk te garanderen. Puur energetisch is het principe echter dat in- en uitgaande energiestromen over een geheel jaar in balans zijn en er achter de voordeur geen gebruik gemaakt hoeft te worden van fossiele brandstoffen (ik kom daar verderop op terug).
Nul op de Meter oplossingen zijn binnen het huidige energiesysteem het meest makkelijk te realiseren met all-electric concepten. All-electric is geen technologische keuze. Er zijn een veelheid aan technologieën die zijn gebaseerd op principes van all-electric. Zo kennen we warmtepompen met bodemopslag, lucht-water warmtepompen, infraroodpanelen, decentrale units die verwarmen, koelen en ventileren per verblijfsruimte, mini-compressoren gecombineerd met WTW-systemen, palletkachels voor hoogbouw, gelijkstroom warmtepompen, stroomopslag, thermische warmte- en warmwatersystemen, koudemiddel infrastructuur voor verwarmen van hoogbouw, luchtverwarming op basis van verdringing, warmtemuren en warmbouwen systemen. En dit is slechts een greep uit de ontwikkelingen.
Nog belangrijker is misschien wel dat bepaalde combinaties van die technologieën geïntegreerde systemen gaan vormen die als compleet component verkocht gaan worden. Door die integratie worden ze compacter gedimensioneerd en kan een flinke hoeveelheid dubbele componenten weggelaten worden. Daardoor zullen energie-modules in de toekomst steeds goedkoper worden en binnen 2 jaar kunnen concurreren met de huidige gastechnologie.
De hierboven gekozen systemen worden toegepast omdat ze op dit moment de best passende technologieën zijn binnen het huidige energiesysteem. Nul op de Meter of de EPV sluiten dus geen technologieën uit maar het wettelijk kader waarbinnen ons energiesysteem is verankerd doet dat.
Nederland en Innovatie
Ironisch genoeg haalde dhr. Haans nou juist het voorbeeld van nieuwe energiesystemen (“kastjes die buiten de woning worden geplaatst”) aan als voorbeeld van de innovaties van de toekomst. Dat principe en de systemische integratie van installatiecomponenten is nou juist bedacht binnen de Stroomversnelling. Business Development teams van ABB, Mitsubishi en LG Electronics hebben de afgelopen 2 jaar meerdere malen Nederland bezocht om de opportunity’s van deze ontwikkeling te vertalen naar nieuwe producten waarvoor zij een wereldwijde markt zien. Een bedrijf als LG Electronics werkt op internationaal niveau samen met een Nederlandse start-up voor de doorontwikkeling van een hele nieuwe generatie energiesystemen waarbij prestaties op het gebied van gezondheid, comfort en energiegebruik gegarandeerd gaan worden. AAB werkt samen met een Belgische start-up die algoritmes ontwikkeld waarmee energiesystemen op een slimme manier geïntegreerd kunnen worden met smart micro-grids. Systemen die nu al worden toegepast binnen een project van Portaal in Soest. Dhr. Haans nam als voorbeeld van technologische innovatie die uit het buitenland kwam de Tesla batterij. Even buiten het feit dat ABB en LG Electronics zo’n zelfde batterij tegen aanmerkelijk lagere kosten kunnen leveren, in Nederland en België wordt de software geschreven om die batterijen een nuttig onderdeel te maken van een straat, buurt of wijk. Het voorbeeld van de Tesla batterij is ook verassend omdat het een all-elctric oplossing betreft. Eigenlijk zien we mondiaal, binnen vele industrieën, dat dit onontkoombare trend aan het worden is. Een beweging die binnen de automotive is versneld door het recente dieselschandaal van VW.
Nederland wordt door grote bedrijven uit de bouw- en installatiewereld gezien als innovatie hotspot. Wij zijn niet dat klein landje dat met wachten tot er nieuwe technologieën zijn waarop dhr. Haans wil inspelen als het zover is. Wij lopen als Nederland voorop. Het argument dat andere landen op ons voorlopen met nieuwe technologieën is dus nonsens. Indien nodig kan ik u tot op boardniveau in contact brengen met bedrijven die deze bewering zullen staven.
Laat helder zijn dat dit vooroplopen geen doel op zich is van de Stroomversnelling. De leden van Stroomversnelling Huur willen niks anders dan een goede toekomstbestendige woningvoorraad waarin bewoners gezond en comfortabel kunnen wonen. Zij hebben echter wel het noodzakelijk inzicht dat deze ambitie alleen kan worden gerealiseerd als de prijzen flink dalen en de prestatiebelofte kan worden waargemaakt. Met de belofte van enige schaal helpen zij bouwers om met de mogelijkheid om investeringen in innovatie terug te verdienen. Dus niet zozeer om die bouwsector te helpen maar omdat met een ontwikkelde bouwindustrie de corporatie haar kerntaken nog beter kan uitvoeren.
De EPV en technologie
Het betoog van Aedes is doorspekt met het frame dat de EPV kiest voor Nul op de Meter of een technologische richting. Dat is onjuist. Zowel de wet als de AmvB kent niet het begrip Nul op de Meter. Het wordt hooguit gebruikt als voorbeeld in de toelichtingen. De wet laat alle techniek toe die mogelijk is om de beoogde prestaties te realiseren. Het enige wat de wet uitsluit is fossiele energiedragers.
Ook duurzame energiedragers die hun bron buiten het complexperceel hebben worden op dit moment uitgesloten. Niet zozeer omdat dit niet past bij de gedachte achter de EPV maar veel meer omdat het reguleren van gebiedsoplossingen in combinatie met EPV een veel grotere complexiteit kent dan een EPV die is gefocust op energiedragers op, in of aan de woning. Het had zeker nog twee jaar geduurd voordat over die teksten consensus was bereikt. Zo kan de EPV, juridisch gezien, niet zomaar de warmtewet uitsluiten terwijl dat voor het businessmodel van de corporatie en het warmtebedrijf wel het meest aantrekkelijk is.
Energiedrager
In de betogen van dhr. Haans en de Groene Huisvesters wordt gas steevast een technologie genoemd. Dat is een onjuist benaming. Gas is een energiedrager. Er is een bepaalde technologie nodig om dat gas om te zetten in warmte en warm water. Technologieën om groen gas of synthetisch gas te produceren zijn in ontwikkeling en kunnen ook weer worden gezien als energiedrager van energie uit zon, wind of biomassa. Het zijn technologieën die onderdeel uitmaken van een centraal energiesysteem en praktisch niet zijn te koppelen aan individuele huizen. Het zijn technologieën die ook beter gekoppeld kunnen worden aan de hoogcalorische energievraag van de industrie en de transportsector. Het is volgens vele experts zonde om dat schaarse en dure gas in gasnetten te stoppen om er vervolgens een huis mee op te verwarmen die een ongelooflijk lage energievraag kent. Dat doe je dan met behulp van een uitontwikkelde technologie: de HR-ketel (waarvan de kleinste variant een capaciteit heeft van 20KW, dat is 6x zwaarder dan een EPV-woning nodig heeft). In een recente studie van CE-Delft (nota bene in opdracht van Gasterra) is aangetoond dat in de toekomst hooguit 10% van de maximaal beschikbare hoeveelheid groen gas gebruikt kan worden in de gebouwde omgeving. CE-Delft heeft in datzelfde onderzoek ook de inschatting gedaan dat de prijzen van groen gas een factor 2 tot 3 hoger zullen uitvallen dan de prijzen die consumenten nu betalen voor fossiel gas.
Dat NOM-woningen nu in de winter nog volop gebruik maken van fossiel gas is een evidentie. Er zitten grote tempoverschillen tussen de innovatie-roadmaps van centrale energievoorzieningen en decentrale energievoorzieningen in combinatie met besparing. Het is echter zeer aannemelijk dat duurzame centrale bronnen voldoende energie gaan produceren. Met behulp van flexibele tarieven zal energie op een zeer efficiënte manier verdeeld gaan worden over de huizen die beschikken over opslag. Wellicht dat op hele korte termijn gascentrales daar nog een rol in gaan spelen.
Energietransitie
De EPV is nooit bedoeld om primair de verduurzaming op de korte termijn te versnellen. Daarvoor zijn talloze andere instrumenten ingezet die tot op de dag van vandaag in grote mate onbenut zijn gebleven. Wij hebben als Energiesprong vanaf 2010 op verschillende manieren aan de sector duidelijk gemaakt dat ‘gemiddeld label B’ betekent dat je een veel grotere stap moet zetten om dat gemiddelde uiteindelijk te halen. De meeste corporaties zijn echter gestaag doorgegaan met het renoveren naar label C- en Label B-niveau. De oproep van Haans om de EPV in te zetten om de korte termijn doelen te halen is in die zin lichtelijk misplaatst.
Dhr. Hendriks vertelde in zijn bijdrage dat hij voor de toekomst niks op slot wilde zetten. En zich dus vooral wil focussen op de korte termijn doelen. Deze strategie laat zien hoe dodelijk tussendoelen kunnen zijn bij het versnellen van de energietransitie. Hier schuurt korte termijn duurzaamheid (2020/2023) met de lange termijn transitiedoelen (2050). Voor de doelen van 2050 zijn radicale innovaties nodig. Die innovaties moeten er morgen al zijn om een langzaam transformerende massa als de gebouwde omgeving te verduurzamen binnen 30 jaar. Een EPV voor gas vertraagd de ontwikkeling van een alternatief voor fossiel gas.
Een renovatie naar Nul op de Meter wordt dus door dhr. Hendriks gezien als een lockin. Andersom zien de Stroomversnellers juist de strategie van dhr. Hendriks als een lockin. Een woning die is gerenoveerd naar Label B zal immers de eerstkomende 25 tot 30 jaar niet meer grootscheeps aangepakt worden. En toch zal binnen die termijn nog een stap van 70% energiebesparing dan wel duurzame opwek gemaakt moeten worden. Dat zal waarschijnlijk gebeuren op basis van verplichting waar op Europees niveau al serieus over wordt gesproken. Op dat moment is het doorstapelen naar energie-neutraal een extreem dure oplossing die gepaard gaat met een flinke desinvestering op de investering die is gedaan voor de label-maatregelen.
De EPV is bedacht als onderdeel van een transitieprogramma. Het is bedacht om de innovatiesnelheid van non-fossiele oplossingen mogelijk te maken. En dan niet alleen voor installaties maar voor de totale renovatie die binnen de Stroomversnelling wordt benaderd als één systeem. De EPV is ook niet bedoeld voor ingrepen die in de categorie regulier of groot onderhoud vallen. Het is bedoeld voor het deel van de voorraad dat jaarlijks wordt aangepakt door middel van een hoog-niveau renovatie. Woningen uit de jaren 60, 70 en 80 die toe zijn aan de eerste of tweede grote renovatie uit hun bestaan.
De omvang van het energievraagstuk in de gebouwde omgeving is groot. Willen we dit met alleen duurzame energie oplossen dan hebben we 144 windmolens per gemeente nodig. Dat is onmogelijk. Een flink deel van opgave zal dus op woningniveau opgelost moeten worden met een combinatie van opwekking en besparing. Dat niet de hele woningvoorraad daarvoor geschikt is onderken ik niet. De EPV is echter bedoeld voor het deel wat wel op die manier aangepakt kan en moet worden.
Dhr. Haans haalde als voorbeeld voor het open houden van technologische mogelijkheden de verglazingsstrategie van KPN aan. Door niet heel snel heel Nederland van glasvezel te voorzien zouden miljoenen zijn bespaard. Hoe dat voorbeeld zich verhoudt tot het betoog van dhr. Haans was mij niet helemaal duidelijk maar het is wel een mooi voorbeeld hoe de verduurzaming van Nederland zal verlopen. Inmiddels hebben meer dan 3 miljoen mensen de kans om aan te sluiten op glasvezel. Van die 3 miljoen zijn er zo’n 2,2 miljoen daadwerkelijk aangesloten. Er wordt dus door burgers gebruik gemaakt van verschillende beschikbare data-dragers. Het verglazen an-sich moet plaatsvinden binnen een lastige context en het is niet van vandaag op morgen gefikst. Er zullen wellicht nieuwe technologieën worden ontwikkeld die glasvezel straks overbodig maken, denk aan de mogelijkheden van een nieuw draadloos 5G netwerk. Dat weerhoudt bedrijven als KPN of Reggefiber er echter niet van om volop te investeren in glasvezel. Het is een robuuste en betrouwbare technologie die het nog wel even vol zal houden. Daarnaast wordt er niet geïnnoveerd als iedereen maar wacht op die voorspelde technologie die maar niet wil komen. Dat NOM-woningen over 15 jaar kunnen worden voorzien van hele nieuwe technologieën door domweg de kastjes, waar dhr. Haans zo gecharmeerd van is, om te ruilen past geheel in deze strategie. Met NOM-technologie zet je je dus niet voor jaren vast zoals gesuggereerd door uw vertegenwoordiger. Dat de investering in besparing en comfortverbetering altijd rendeert behoeft hier geen betoog neem ik maar aan.
Innovatieroadmap
De bedoeling van de Stroomversnelling is om de kosten van renovaties fors te reduceren. De innovatieroadmap gaat zelfs zover dat een tweede generatie Nul op de Meter oplossingen kunnen worden geproduceerd voor de kostprijs van een traditionele B-label renovatie.
Om u daar een indruk van te geven laat ik in onderstaande tabel een aantal requirements zien van een energiemodule, welke onderdeel vormt van een innovatieroute die is uitgestippeld met (een mondiaal opererende) fabrikant.
Deze fabrikant ziet in eerste instantie Nederland als een launching-market. Met behulp van die markt kunnen ze innoveren, verbeteren en opschalen waardoor er een product ontstaat die (gemodificeerd) geschikt wordt voor de mondiale markt. Met de EPV-gas zal deze fabrikant stoppen met deze ontwikkeling totdat de markkansen op andere plekken hetzelfde perspectief bieden.
Deze roadmap laat ook zien dat de eerste serie van 11.000 woningen, beschikbaar gesteld door de Stroomversnellingscorporaties, al geschikt is om een eerste grote slag te slaan op zowel prijs als prestaties. Dezelfde soort roadmaps zijn ook gemaakt voor de componenten dak, schil en interieur.
De Stroomversnelling
“De Stroomversnellingsmethode kent alleen maar Nul op de Meter en is daarom beschikbaar voor slechts een klein deel van de woningvoorraad.” Een uitspraak van dhr. Wijbenga tijdens het gesprek met Blok. Allereerst bestaat er geen Stroomversnellingsmethode. De Stroomversnellingspartners hanteren de EPV-principes omdat die het makkelijkst aan bewoners zijn uit te leggen, het makkelijkst zijn te garanderen en ze uitdaagt om te innoveren. Er is volop ruimte om voor grensverleggende technologieën te kiezen als ze maar geen gebruik maken van een fossiele energiedrager. Door de EPV te verbinden met Nul op de Meter en all-electric schept men een karikatuur die wordt vereenzelvigd met inflexibiliteit en het uitsluiten van andere innovaties. Dat is onterecht zoals ik hopelijk heb kunnen uitleggen in bovenstaand betoog.
Nog een misverstand is de veronderstelling dat NOM slechts geschikt is voor een klein deel van de woningvoorraad en dus onvoldoende bijdraagt aan de besparingsdoelen. Hier heeft Energiesprong uiteraard uitvoerig studie naar gedaan. In principe zijn 1,5 miljoen huurwoningen op korte en middellange termijn geschikt voor Nul op de Meter. Financiële doorrekeningen (geverifieerd door WSW en NLII) laten zien dat de gemiddelde corporatie zelfs in staat zou moeten zijn om 4% per jaar van haar voorraad te renoveren naar dat niveau. Daarnaast is er binnen de Stroomversnelling studie gedaan naar de woningportefeuilles van de 6 corporaties. Die onderzoeken laten zien dat zo’n 50% van hun voorraad geschikt is. Van de resterende 50% is 25% vooroorlogs of binnen 15 tot 20 jaar rijp voor sloop en dus meer geschikt voor kleinere stappen. De andere 25% is te nieuw om de komende 15 jaar aan te pakken.
NOM doe je alleen bij woningen waarvoor een volledige hoog-niveau renovatie staat gepland. We zijn nog niet in staat om met de huidige stand der techniek (c.q. de prijs daarvan) die hele 50% nu al aan te pakken. Zeker voor hoogbouw hebben we nog een aantal flinke stappen te zetten. Dat is echter ook niet de bedoeling. Het zijn de innovaties die ervoor gaan zorgen dat die 50% binnen het handbereik van NOM gaan komen.
Verder vinden bepaalde corporaties het ook wel fijn om zich af te zetten tegen de Stroomversnelling heb ik gemerkt. Even doorpraten leert vaak dat er volkomen verkeerde beelden leven over de rol en functie van de Stroomversnelling.
Om alle onduidelijkheid over de Stroomversnelling uit de wereld te helpen heb ik hieronder de drie rollen van dit (tijdelijk) fenomeen benoemd:
Condities creëren
De Stroomversnelling heeft voor een belangrijk deel de rol van Energiesprong overgenomen als het aankomt op conditionering. Dat betreft o.a. het aanpassen van wet- en regelgevend die grote verduurzamingsstappen in de weg zitten en de inbedding van standaarden die binnen de SV worden ontwikkeld in bouwregelgeving. In die zin zou je de SV kunnen zien als een nieuw soort brancheorganisatie. Eentje die niet specifiek opkomt voor de belangen van haar leden maar voor de opgave waaraan die leden willen werken. Dat heeft als voordeel dat het uiteindelijk ook het belang van het individuele lid dient. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan condities rondom financiering, energiewetgeving en begrip. Dat laatste heeft natuurlijk betrekking op de betekenis van besparing en decentrale opwek binnen de gebouwde omgeving op de totale energietransitie.
Het ontwikkelen en zetten van standaarden
Het is niet zo moeilijk om legio concepten Nul op de Meter te noemen. Het is echter wel ingewikkeld om te voldoen aan de prestaties die een consument van jou als bouwer mag verwachten. Die standaarden gaan veel verder dan het bouwbesluit. Het gaat dan ook over veel meer dan energieprestaties. Woningen die voldoen aan NOM-principes zijn ook gegarandeerd gezond, comfortabel en gedoe-loos. De Stroomversnelling ontwikkeld samen met haar leden allerhande standaarden waarmee leden uit de voeten kunnen. Denk daarbij aan:
- Inkoopcontracten tussen bouwers en corporaties waarin de prestatiegaranties goed zijn geregeld.
- Huurcontracten met prestatiegaranties.
- Rekenmodellen voor NOM projecten vanuit bedrijfswaarde en marktwaardeperspectief.
- Protocollen voor monitoring en privacy.
- Standaarden voor monitoring en feedbacksystemen.
- Procesbeschrijvingen voor het meenemen van bewoners.
- Ontwikkelen van een onafhankelijk NOM-keur.
- Leerervaringen delen vanuit frequente monitoring van bewoners en woningen.
Het ondersteunen van leden bij hun ontwikkeling
De leden betalen best wel een fors lidmaatschapsbedrag. De belofte is echter dat tenminste de helft weer wordt geïnvesteerd in je eigen bedrijf. Je krijgt hulp en ondersteuning bij de ontwikkeling van je eigen bedrijf met kennis die is verrijkt door de toegevoegde waarde die andere leden leveren. De SV stimuleert vrij actief kennisdeling tussen leden en brengt leden ook regelmatig samen. Zowel horizontaal als verticaal. Verticaal wil zeggen met je eigen concurrenten om jezelf te benchmarken en te verbeteren aan de hand van de kennis van collega’s. Horizontaal wil zeggen met opdrachtgevers en partners om je netwerk te verbreden en te leren hoe je beter op die partijen kunt aansluiten met je product of productontwikkeling.
Vertraging
Er bestaat een hardnekkig misverstand over de reden waarom de Stroomversnelling niet uit de startblokken komt. De vertraging die de Stroomversnelling heeft opgelopen wordt ook door u als argument gebruikt om de EPV voor gas in te voeren. De logica zou zijn dat het allemaal niet snel genoeg gaat en dat er met de EPV voor gas toch ook een flinke besparing wordt gerealiseerd. Ik heb hierboven al betoogd dat het in mijn ogen niet slim is om een wijk, buurt of woning na renovatie nog zeker 20 jaar afhankelijk te laten zijn van 700 m3 hoogcalorische brandstof.
Het argument van vertraging is vanuit het perspectief van de EPV nogal raar. De vertraagde implementatiedatum van de EPV is namelijk één van de belangrijke reden voor de vertraging. De EPV is 1,5 jaar later ingevoerd dan in eerste instantie was afgesproken met de minister. De RvC’s en de bestuurders hebben bewust gewacht met het vrijgeven van grote aantallen woningen totdat de zekerheid van een EPV voldoende perspectief bood op een sluitende businesscase. Het is nogal een bizarre paradox dat de grootste vertragende factor nu wordt misbruikt om die zogenaamde vertraging op te lossen.
Energieprijzen
Dhr. Haans besloot zijn betoog door te suggereren dat all-electric weleens de nieuwe derivaten van de corporatiesector kunnen worden. Dalende energieprijzen zouden een financiële claim kunnen leggen op de corporatie. De wat-als scenario’s zijn uiteraard allemaal verkend door de Stroomversnellers inclusief de toekomstige financiële risico’s. Prijsverlagingen van stroom op het niveau van de netto marktprijs hebben een relatief klein effect op de totale brutoprijs voor de consument. Deze schommelingen kunnen ruimschoots opgevangen worden binnen de businesscase van de projecten die worden opgepakt. De businesscase kan wel onder druk komen te staan als saldering in zijn geheel gaat verdwijnen. Een risico dat niet exclusief is voor NOM-woningen maar voor alle corporatiewoningen die zijn voorzien van zonnepanelen. Ik ga ervan uit dat u als Aedes bestuur alles gaat doen om dat scenario te voorkomen. Het is echter ook geen aannemelijk scenario. De kans op een robuuste overgangsregeling is groot en met de mogelijkheden van opslag achter de voordeur kunnen de risico’s worden gereduceerd tot hooguit een paar euro per maand. Een risico die de businesscase tegen die tijd makkelijk kan lijden.
Ik denk echter dat het stijgen van de energieprijzen voor fossiel en groen gas een aanzienlijk aannemelijker scenario zal zijn. Naarmate er gematigd moet worden met gas uit Groningen en Nederland dus afhankelijker wordt van buitenlands gas zullen ook de prijzen van gas stijgen. Enerzijds door de noodzakelijke bijmenging van stikstof en anderzijds door langere transportafstanden en grotere financiële risico’s. Daarnaast is de overheid de energiebelasting op de energiedragers gas en stroom aan het gelijkschakelen. Per energie-eenheid kent stroom namelijk een veel hoger tarief dan gas. De verwachting is dus dat gasprijzen in de toekomst flink zullen stijgen en die van elektriciteit gaan dalen. Daarmee worden ook de salderingsrisico’s weer kleiner.
Verzoek
Tot slot wil ik mij verontschuldigen voor dit lange betoog. Ik hoop echter dat het u voldoende handvatten biedt om uw standpunt te herzien. Met behulp van de EPV is de hele bouwindustrie getriggerd om betere en goedkopere spullen te maken voor de huurders van woningcorporaties. Het gaat om complete woning-make-overs die veel meer waarde creëren dan alleen energiebesparing. Deze innovatiegolf zal tot stilstand komen als de druk om met de EPV die opgave te realiseren wegvalt. Dat geldt evengoed voor de innovaties die plaatsvinden op bouwkundig gebied (schil en dak).
De bouwers binnen en buiten de Stroomversnelling hebben nog zeker twee jaar nodig om producten te ontwikkelen die kunnen concurreren met een aardgas variant. Ik verzoek u met klem de EPV tot die tijd ongemoeid te laten.
Hartelijke groeten,
Jan Willem van de Groep
Een afschrift van deze brief is verzonden aan de Groene Huisvesters
Categorieën
Een prima onderbouwing en terechte brief. Mijn complimenten aan Jan Willem.