De traditionele bouwvakker gaat verdwijnen
Meer banen in de bouw maar: ‘Dé bouwvakker gaat verdwijnen’ Jan Willem van de Groep, Programmaregisseur Energiesprong, maakt van zijn hart geen moordkuil als hij zegt dat de bouw op de drempel staat om compleet te veranderen. Hij vergelijkt het met de overgang van de typemachine naar de personal computer. Deze transitie heeft grote gevolgen voor ‘de man op de bouwplaats’. Want dat is wel duidelijk: de traditionele bouwvakker gaat verdwijnen. “Op de bouwplaats worden straks de producten in elkaar gezet die in grote fabrieken zijn gemaakt.” Hoewel het werk de komende decennia ingrijpend verandert verwacht hij niet dat de werkgelegenheid in de bouw minder wordt. Sterker, met het verduurzamen van 4,5 miljoen woningen rekent hij op een toename van 20.000 banen.
In een Stroomversnelling
De cijfers liegen er niet om. Met de zogenoemde deals ‘de Stroomversnelling Huur en Koop’ worden er de komende jaren respectievelijk 111.000 huurwoningen en een slordige 100.000 koopwoningen Nul op de Meter gemaakt. Dat is nog maar het begin. Uiteindelijk gaat de bouwindustrie er voor zorgen dat de komende jaren 4,5 miljoen woningen in Nederland energieneutraal zijn. In 2050 moet onze complete woningvoorraad, die momenteel 7,3 miljoen woningen telt, Nul op de Meter zijn.
Roeptoeteren
Jan Willem van de Groep geniet zichtbaar van het noemen van dit soort aantallen. De onlangs uitgeroepen ‘duurzaamste man van Nederland’ (duurzame top 50 bouw en vastgoed) heeft namelijk de jaren nog meegemaakt dat hij het gevoel had dat hij in z’n eentje stond te “roeptoeteren”, dat we onze huizen moeten verduurzamen. “Omdat de grootste energievraag uitgaat naar warmte en die is niet zomaar door een duurzame bron te vervangen. In de gebouwde omgeving zouden we daar zeker zo’n 150 windmolens per gemeente voor nodig hebben. Radicale besparing van warmte is dus de enige manier om snel meters te maken in de gebouwde omgeving en in 2050 een duurzame woningvoorraad te hebben.”
Het tij is gekeerd
Inmiddels is het tij wel gekeerd en ziet hij de belangstelling voor duurzaamheid in de samenleving, de politiek maar ook de bouwsector en woningcorporaties toenemen “Het hele energiedossier is in de afgelopen vijf jaar veel prominenter op de agenda komen te staan. Enerzijds door de stijgende olieprijzen, gedoe met Rusland en de gasproblematiek in Groningen en anderzijds door de technologische ontwikkelingen. Door bijvoorbeeld robotica, 3D tekenen en systematiseren kunnen we in de bouw daadwerkelijk een industrialisatieslag maken.”
Crisis? Verzuipen of opnieuw leren zwemmen
En natuurlijk heeft de crisis een belangrijke rol gespeeld waardoor zijn verhaal een stuk ontvankelijker werd. “Bouwers zijn de afgelopen jaren echt op zoek gegaan naar wat ze anders kunnen doen en hoe zij zich in een hele moeilijke markt kunnen onderscheiden. Inderdaad, een kwestie van verzuipen of opnieuw leren zwemmen. Daardoor staan ze veel meer open voor vernieuwing en zijn ze bereid daarin meer risico’s te nemen.”
Passie voor innovatie
Jan Willem van de Groep heeft een passie voor innovatie en duurzame ontwikkeling. Als Programmaregisseur Energiesprong wil hij duurzame innovatie versnellen door nieuwe vormen van opdrachtgeverschap, kennisdelen en slimme samenwerkingen in de bouw te introduceren. Hij omschrijft zichzelf graag als ‘beginnetjesmaker’. “Ik bedenk experimenteeromgevingen met ongekende ambities, zoek daarvoor de koplopers op, voed die met zoveel mogelijk kennis en help het ambitieniveau vast te houden. De condities die ontbreken maak ik zoveel mogelijk bespreekbaar bij partijen die daar invloed op hebben.” Zo is Van de Groep onder andere bedenker en initiatiefnemer van de Stroomversnelling.
Een belangrijke stap voorwaarts
Hij ziet Nul op de Meter renovaties als een belangrijke stap in het verduurzamen van de woningvoorraad. “Zo’n renovatie”, legt Van de Groep uit, “berust op het simpele idee dat je de huidige energierekening inlevert voor een complete make-over van je woning. Na die make-over betaal je de energierekening niet meer aan het energiebedrijf maar aan de verhuurder in de vorm van een Energieprestatievergoeding (EPV) of aan de bank in de vorm van een hypotheek. De gemiddelde energierekening in Nederland is nou eenmaal zo’n 45.000 euro waard. Daarmee bedoel ik dat je met een gemiddelde energierekening van pakweg 150 euro per maand zo’n 45.000 euro Nul op de Meter renovatie kan financieren. Zo’n make-over is natuurlijk veel meer dan energie besparen. Je krijgt een vernieuwd comfortabel huis, meer comfort, werkt in één klap je achterstallig onderhoud weg en voorkomt kosten daarvoor in de toekomst. En gelukkig weten we uit onderzoek ook dat de waarde bij zo’n make-over flink toeneemt waardoor de “terugverdientijd” flink wordt verkort”
Minder tocht en energieverspilling, meer samenhang in de wijk
De Stroomversnellingsoperatie zorgt er ook voor dat tochtige en energieverslindende woningen veranderen in comfortabele huizen waar mensen met plezier wonen. “Je kunt die hele verduurzamingsoperatie ook gebruiken om meer samenhang in de wijken te creëren. Denk daarbij aan de inzet van een buurtbatterij of het centraal opwekken van energie in de wijk. Gezamenlijk eigendom en beheer van energie kan zo een aanzet zijn voor andere vormen van samenwerking in de wijk rondom bijvoorbeeld zorg en welzijn.”
Opschalen
Op de vraag waar ‘De Stroomversnelling’ nu twee jaar na ondertekening van de deal voor huurwoningen concreet staat, zegt hij dat alle betrokken bouw- en installatiebedrijven inmiddels een flink aantal prototypes hebben gemaakt en dat er nu moet worden opgeschaald. “Er staan nu zo’n 150 Nul op de Meterwoningen en er worden de komende periode nog zo’n 450 woningen aangepakt.
€45.000 euro, kan dat echt?
Corporaties vragen zich nog altijd af of het allemaal wel klopt en of de prijzen daadwerkelijk omlaag gaan. Qua prijs komen we nu in de buurt van € 60.000 om een woning Nul op de Meter te maken. Ook al is de businesscase voor de corporaties rendabel, je ziet toch dat ze het nog duur vinden. Dus hoe snel gaan die prijzen dalen naar de gewenste € 45.000? Met innovatie kun je een eind komen maar de echte slag gaan we slaan met industrialisatie. Dan is het effect dat bij elke verdubbeling van het aantal eenheden dat wordt geproduceerd, de prijs fors omlaag gaat.” Dan na een korte stilte: “We staan nog steeds aan het begin van de beweging maar de signalen zijn hoopvol.”
Impact op de markt is groot
De impact van ‘de Stroomversnelling’ op de markt is groot. “Wat je ziet is dat partijen die met productontwikkeling bezig zijn nu echt toegang krijgen tot de toeleverende industrie”.
OEM, de nieuwe spelers
We zijn op dit moment bijvoorbeeld bezig met BASF om hele nieuwe materialen voor geveltechnologie te ontwikkelen. Als dat bedrijf in het verleden iets nieuws ontwikkelde dan ging het via applicateurs en groothandel helemaal naar de architect toe. En als de architect het aardig vond, zette hij het in het bestek en kwam het uiteindelijk op de bouwplaats terecht. Nu ontwikkelen we OEM’s (Original Equipment Manufacturer). Dat zijn nieuwe spelers die een complete renovatie als een one-stop-shop product ontwikkelen en voor dat product ook de garantie afgeven. In andere sectoren zoals de auto- en ict industrie is dat een gebruikelijk fenomeen, in de bouw nog niet.
Zo’n OEM gaat samen met BASF nieuwe geveltechnologieën ontwikkelen. De afwerking van een gevel deden we eerst met baksteen, toen maakten we daar steenstrips van en vervolgens werden het kunststof steenstrips. Nu zijn we zover dat we zeggen, die strips plakken kan een stuk slimmer. Daarom kijkt BASF samen met andere partijen naar een soort van ‘inktjet’ technologie of een lithografietechnologie om die steenstrips in iedere denkbare kleur, textuur en maat op de gevel op een lopende band te printen.” Hij wil er maar mee zeggen dat nu de transitie naar een energieneutrale gebouwde omgeving in gang is gezet de bouwsector ingrijpend gaat veranderen.
Zo uit de fabriek: gevels, daken en energiemodules
Van de Groep voorziet een grote industrialisatie die de komende jaren vorm krijgt in grote fabrieken. Daar worden componenten, zoals complete gevels, daken en energiemodules, gemaakt die vervolgens op de ‘bouwplaats’ in korte tijd in elkaar worden gezet. “Zestig procent van de bouwproductie gaan we industrieel produceren. Waarom? Omdat, willen we aan de aanscherpende normen en regels kunnen voldoen, we wel op een andere manier moeten gaan bouwen. Het verduurzamen van zulke grote aantallen woningen kan niet op de oude manier als je dat betaalbaar wilt doen. Het wordt onbetaalbaar als we dat op de traditionele manier doen en elke woning daarbij als een uniek project benaderen. Daarnaast”, benadrukt Van de Groep, “is het ook onontkoombaar omdat de ontwikkelingen van nieuwe (productie)technologieën een autonoom karakter hebben. Het is natuurlijk ook dom om het niet te doen. De bouw kan immers veel meer verdienen als ze op deze manier aan de slag gaan.”
Opdeling in aanbieders en in-elkaar-zetters
Jan Willem Van de Groep voorziet een opdeling van de bouwsector waarbij er grote aanbiedende partijen ontstaan en partijen die de producten afnemen en ze voor de klant in elkaar zetten. “De aanbiedende partijen zijn productontwikkelaars die integrale totaaloplossingen leveren. Het industriële model vergt van de bouwbedrijven dat ze kiezen. Sluiten ze zich aan bij de productontwikkelaars of kiezen ze voor de uitvoering en het klantcontact en de verkoop van het product?”
Meer werkgelegenheid
Deze veranderingen hebben volgens Van de Groep een positief effect op de werkgelegenheid in de bouw. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) berekende nog niet zo lang geleden dat ‘De Stroomversnelling Huur’ de sector alleen al tot 2020 9.000 extra banen oplevert. “Als het gaat om het verduurzaming in zowel huur én koop zal de werkgelegenheid met 20.000 structurele en aanvullende banen toenemen.”
Kennis in het product in plaats van in de mens
Wél voorziet hij dat de aard van het werk ingrijpend gaat veranderen. “Je kunt het qua werk vergelijken van de overgang van de typemachine naar de personal computer. Nu leren we vakmensen hoe ze duurzaam moeten bouwen, hoe ze isolatie moeten aanbrengen en hoe ze steentjes zo goed mogelijk stapelen. Hierdoor draait de kennis in de bouw feitelijk op mensen. Er zit eigenlijk heel weinig kennis in het product zelf. Dit in tegenstelling tot een automotor waar vijftig jaar gestolde kennis in zit. We hoeven niet aan mensen uit te leggen hoe ze zo’n motor moeten maken want dat gebeurt aan de hand van alle technologieën die ervoor zorgen dat een automotor een automotor wordt. Maar in de bouw moeten we nog uitleggen hoe je een zo duurzaam mogelijk huis moet maken.”
Volgens Van de Groep gaat dat veranderen als straks in de fabriek de totaalproducten worden gemaakt. “Dat betekent namelijk”, legt hij uit, “dat de mensen die straks op de bouwplaats gaan assembleren op zich niet zoveel meer hoeven te weten van duurzaam bouwen. Wat ze wel moeten weten is hoe je dat product in elkaar zet en wat de kritische punten zijn waar ze op moeten letten als ze daarmee bezig zijn. Het zijn ook veel meer allrounders dan specialisten”
Fabrieken die renovaties maken
In de fabrieken waar de renovatieproducten worden ontwikkeld en gemaakt komt de nadruk vooral te liggen op ICT en design.
Anders ontwerpen en werken
“In de fabriek wordt gewerkt met computers en robots die het product produceren. Daar zijn procesoperaters en procesengineers en softwareontwikkelaars voor nodig. Daarvoor moet ook de wijze waarop de HTS-en en Universiteiten de huidige studenten opleiden veranderen. Simpelweg omdat ze op een andere manier moeten gaan ontwerpen en engineren.”
Van de Groep vergelijkt het met de keukenindustrie. “Vroeger werd de keuken ter plekke door een timmerman gemaakt en in elkaar gezet. Nu wordt de keuken in de fabriek standaard modulair gemaakt, in een dag geassembleerd en in de woning afgeleverd. De keukensteller die de keuken vervolgens plaatst is heel iemand anders dan de timmerman van dertig jaar geleden.
Hoger opgeleide installateurs
En neem een installateur”, vervolgt hij, “die hebben we straks op de bouwplaats niet meer nodig om leidingen en kabels te trekken of sokjes te solderen. Maar de woningen zitten straks wel vol met high tech. Dus de installateur moet die installaties wel snappen om services te verlenen na de assemblage. Waarschijnlijk moet deze persoon hoger zijn opgeleid dan de huidige installateur. Hij moet veel meer weten van software en hoe alle domotica werkt.
Leren verkopen
Tevens moeten we veel meer mensen opleiden die verstand hebben van het verkopen van de producten en ook vergt het van medewerkers die bij de bewoners thuis aan het werk zijn andere communicatieve kwaliteiten. Ze moeten begrijpen hoe ze met mensen omgaan en tijdens hun opleiding ook vakken als psychologie en sociologie krijgen. Ook daar moet het onderwijs op inspelen.”
Groeien naar een andere wereld
Volgens Jan Willem van der Groep zijn scholen daar overigens nog lang niet klaar voor. Maar dat is niet zo erg omdat de omwenteling nog niet van vandaag op morgen gerealiseerd is. “We groeien langzaam naar die wereld toe. Het is echt een transitie die nu langzaam zichtbaar wordt. Maar hier gaat zeker nog wel een generatie overheen. Het is ook afhankelijk van de technologische ontwikkelingen. Als ik het bijvoorbeeld over fabrieken heb dan heb ik het écht over plekken waar straks gewoon 5.000 eenheden per jaar worden geproduceerd. Het gaat echt over substantiële aantallen. Als er een stuk of wat van die fabrieken staan, kan het best snel gaan.”
Voor Jan Willem van de Groep staat in elk geval vast dat de bouw niet meer op haar schreden terugkeert. “Van de week zaten we met een paar bestuurders van ‘de Stroomversnelling Huur’ bij elkaar. Eén van hen zei dat als we morgen met ‘De Stroomversnelling huur’ zouden stoppen hij er toch mee door zou gaan. Simpelweg omdat het ongelofelijk veel waarde voor de ontwikkeling van zijn bouwbedrijf heeft gehad. Natuurlijk is er geen sprake van stoppen maar hij wilde daarmee alleen aangeven dat het voor zijn bedrijf een enorme impact heeft gehad op de wijze waarop ze kijken naar innovatie, bedrijfsvoering en duurzaamheid.”
©energiesprong mei 2015
Categorieën
Beste Jan-Willem,
Interessant verhaal! Hierin ligt voor mij, als deurenimporteur, een kans in de make-over van “tochtige en energieverslindende woningen”.
Het artikel is inmiddels al enkele jaren oud. Ik ben benieuwd of je nu nog steeds hetzelfde hierover denkt of dat de wereld inmiddels toch een andere weg lijkt ingeslagen.
Groet,
Anne
Heel veel sta ik nog steeds achter. De voorspelde industrialisatie is nu volop aan de gang gelukkig. Of Nul op de Meter echt de oplossing moet zijn is dubieus met de kennis van nu. Ik denk dat er nu ook andere oplossingen zijn die met iets minder vergaande maatregelen hetzelfde doel halen, zeker voor wat betreft de particuliere woningeigenaar. Wat niet wegneemt dat iedere corporatie die oplossing kan combineren met al geplande renovaties.