Lokale kansen
column nr 2 Cobouw 16 april 2014
Het lijkt me goed dat ik de komende tijd zo af en toe eens wat taboes doorbreek. Want alle wegen kunnen best naar Rome leiden, maar als je dat via Nova Zembla of Peking moet doen dan wordt het al snel een lijdensweg.
Afgelopen week vloog een team van één van de grootste elektronicaconcerns ter wereld vanuit Japan naar Nederland. Zij zijn door Nederlandse bouwers uitgedaagd om bij te dragen aan de ontwikkeling van het micro-grid als onderdeel van NulOpDeMeter innovaties. Een super lokale oplossing waarbij woningen voortaan kunnen worden gevoed met gelijkstroom vanuit de buurtbatterij. Daarmee krijgt de buurt maximale invloed op haar eigen energieopwekking en wordt duurzame energie efficiënter ingezet. Om daar maximaal van te kunnen profiteren moet de totale energievraag natuurlijk fors gereduceerd worden met slimme besparingsconcepten.
Over hoeveel tijd zou dat Japanse bedrijf naar Nederland gevlogen zijn als we de verduurzaming over zouden laten aan de lokale ondernemer? De lokale ondernemer is aaibaar, een harde werker en een trotse ondernemer, daar zal je mij geen kwaad woord over horen zeggen. Maar de opgave waar we voor staan betekent niet dat we aan de keukentafel een leuk en betrouwbaar maatregelenpakketje moeten samenstellen. Daarmee hebben we in 2030 nog geen 10% van de energie neutrale doelstelling behaald. Voor de sprong naar energieneutraal in 2050 zijn andere condities nodig!
Woningen moeten de sprong naar nul-energie maken. Daar zijn renovatieproducten voor nodig waarvan het prijsniveau door innovatie en industrialisatie gaat dalen tot het niveau waarop je op een traditionele manier een B-label woning (30% energiebesparing) zou kunnen verkrijgen bij de lokale ondernemer.
De vraag is nu of dit het einde betekent van de lokale ondernemer. Zeker niet.
Er zijn volop kansen. <einde papieren versie>
Ten eerste zullen er altijd (omvangrijke) niche markten zijn waar maatwerk en ambacht de boventoon voeren. Denk daarbij aan de meubelmaker, vakmensen die spullen maken die de mainstream zich steeds moeilijker kan veroorloven. Ten tweede wordt de toeleverende industrie nu uitgedaagd om componenten te ontwikkelen waaraan verschillende fabrikanten integraal bijdragen. Componenten die straks gekocht kunnen worden door de MKB-ers als onderdeel van een krachtige propositie voor hun klanten. Ten derde zullen de fabrikanten van totaalconcepten assemblage bedrijven nodig hebben die bij voorkeur regionaal georganiseerd zijn. Daarnaast is er een ontwikkeling naar gegarandeerde Service Level Agreements. Betrouwbare onderhoudsbedrijven die snel en accuraat storingen verhelpen en service op maat verlenen zijn daarbij onmisbaar. Een andere mogelijkheid is natuurlijk om slimme coalities te bouwen. Samenwerkingsverbanden met voldoende innovatie- en investeringskracht waardoor op een klantgerichte manier betere en goedkopere spullen ontwikkeld kunnen worden met gegarandeerde prestaties op het gebied van comfort, gezondheid en energie.
In de bouw is de onontkoombare beweging naar integrale innovatie en industrialisatie hard nodig om de verduurzamingssopgave handen en voeten te geven. Een beweging die versterkt kan worden door de juiste condities te creëren voor marktpartijen die het lef hebben hun nek uit te steken. Of dat louter de grote en middelgrote bouwondernemingen van nu zullen zijn is nog maar de vraag. Zo heb ik bijvoorbeeld ook contacten met ondernemers die helemaal niet uit de bouwsector komen. Partijen die volop kansen zien om procestechnologie en marketingconcepten uit andere industrieën in te zetten en daarmee de traditionele bouwpraktijk ver achter zich laten.
Dit is geen pleidooi voor groot of klein. Het gaat er om dat we energie steken in de juiste dingen. Onderhand moeten we van alle mislukte duurzaamheidsprogramma’s toch geleerd hebben dat verduurzamen langs de lijn van de aannemer om de hoek kansloos is.
Categorieën