Hoe voorkom je een CO2-lockdown?
Deze opinie verscheen eerder in de duurzaamheidsspecial van de Cobouw (9-12-2021)
Als we blijven bouwen zoals we nu doen, zijn we over zeven jaar uitgebouwd; het CO2-budget is dan op en de CO2-intensieve industrie moeten stoppen met produceren. Een onwenselijk scenario dat is te voorkomen. Deze industrie moeten biobased juist zien als reddingsboei.
We zitten er niet ver vandaan. Om binnen de 1,5 graad opwarming te blijven, kunnen we tot 2050 nog maar een maximale hoeveelheid CO2-uitstoten. Nederland en de Europese Unie hebben zich gecommitteerd aan het doel van maximaal 1,5 graad opwarming. Het CO2-budget dat nog beschikbaar is om binnen 1,5 graden te blijven, hebben we echter binnen 7 jaar opgemaakt. Als een budget op, is kun je feitelijk niks meer uitgeven. De consequentie is dan dat de overheid op de rem trapt, zoals nu gebeurt bij Covid of dat de rechter dat doet, zoals bij stikstof gebeurde.
Daarom zouden de mensen die pleiten voor biobased bouwen en de lobby van CO2-intensieve materialen (keramiek, beton, staal, aluminium etc.) eenzelfde agenda moeten hebben: hoe voorkomen we een CO2-lockdown? Want anders kan het van de een op de andere dag gebeurd zijn met je bedrijf. Onnodig, er liggen volop koppelkansen met de landbouw en transitiemogelijkheden naar andere grondstoffen. Nokia maakte vroeger rubber en schakelde succesvol om naar elektronica, Phillips van gloeilampen naar medische apparatuur en Kodak … tja, Kodak?!
Biogene koolstofopslag
Hoe gaan we samen de CO2-lockdown voorkomen? De eerste stap is het besef dat we er met het verduurzamen van de fabrieken voor CO2-intensieve bouwmaterialen niet gaan komen. Binnen het klimaatbudget opereren betekent per 2030 een CO2-reductie van 75%. Niet ten opzichte van 1990 maar ten opzichte van nu. Om binnen de budgetten te opereren zullen we de productie van CO2-intensief materiaal moeten halveren per 2030. Het verduurzamen van de resterende helft is ook een stuk makkelijker dan alles moeten verduurzamen. Daarvoor in de plaats komen biobased producten. Door de biogene opslag van koolstof in die materialen, kan een groot deel van de resterende, dan nog noodzakelijke, productie van CO2-intensief worden gecompenseerd. Daarmee opereren we binnen de klimaatbudgetten.
Om de opschalingssnelheid van biobased te verhogen, moeten er ook andere spelregels komen. Alle ETS-vrijstellingen voor de CO2-intensieve bouwmateriaal fabrieken zullen moeten worden teruggetrokken. Als tegenhanger zullen de ketens die biobased bouwmaterialen maken juist beloond gaan worden voor CO2-opslag via datzelfde systeem. Daarmee ontstaat er, vanuit de klimaatopgave gezien, een gelijk speelveld.
Hoezo discriminatie?
Overigens moeten we ook de term materiaal discriminatie loslaten die nu nog vaak wordt gebezigd door partijen als NVTB en Bouwend Nederland. Hoe kan een materiaal dat CO2-intensief verdringt en ongeveer diezelfde hoeveelheid opslaat nou discriminerend werken ten opzichte van een materiaal dat evident slecht is voor het halen van de klimaatdoelstellingen?
De producenten van de nu gangbare bouwmaterialen hebben er alle belang bij om biobased bouwen te omarmen en bij te dragen aan de opschaling daarvan. Het is een manier om een deel van de huidige (en noodzakelijke) productie in de lucht te houden, de meest vervuilende productielocaties te sluiten en daartegenover alle beschikbare kennis, competenties en rijke netwerk in te zetten voor nieuwe duurzame alternatieven. De transitieperiode is 7 jaar. Dat moet te doen zijn. Zeker gezien de middelen die beschikbaar zijn uit de Herstelfondsen, EU-ontwikkelfondsen, EU-Landbouw(vergroenings)fondsen en SDE++-potten.
Stikstofprobeem
De bouw heeft op dit moment last van de stikstofproblemen die grotendeels door de landbouw worden veroorzaakt. De bouwsector kan echter ook de sleutel worden om dat probleem op te lossen samen met de boeren. Een toenemende vraag naar biogrondstoffen kan namelijk een nieuw verdienmodel worden voor boeren die moeten afschalen met hun veestapel. Er liggen miljarden op de plank voor het afvangen en opslaan van CO2 uitgestoten door de CO2-intensieve industrie via CCS (opslag van CO2 in de diepe ondergrond). Biobased bouwmaterialen verbouwen betekent minder CO2 om af te vangen (substitutie van materialen) en een alternatieve methode van opslag via de zogenoemde Construction Stored Carbon-route. Dat betekent dat we de opslag van C(O2) in materialen waarmee gebouwen gemaakt worden belonen met een negatieve CO2-tax. Het kost Shell 12.300 euro om de gemiddelde hoeveelheid C(O2) die zit opgeslagen in een woning op te slaan in de diepe ondergrond van de Noordzee. Geld dat we toch echt beter kunnen stoppen in het oplossen van de stikstofproblemen en de bouw van goede huizen. Het is in die zin merkwaardig dat deze ideeën nauwelijks ingang vinden bij Bouwend Nederland en de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO). Een boer kan maar zo een meeropbrengst van 1.000 tot 1.500 euro per hectare genereren, bovenop de gewasprijs, wanneer Construction Stored Carbon in de verplichte koolstofregelingen gaat vallen. Ik zou zeggen trap de lobbymotor maar aan Maxime Verhagen en Sjaak van der Tak!
Combineer met hergebruik
Overigens loopt de materialentransitie langs meer wegen dan alleen de biobased routes. Een ander belangrijk pad is het hergebruik van materialen die vrijkomen bij de demontage of sloop van een gebouw. Ook nog zo’n onontgonnen gebied waarin fabrikanten en groothandels met hun kennis van materialen en logistiek een rol in kunnen spelen. Het past allemaal niet bij de huidige verdienmodellen, maar die moeten ook juist ter discussie worden gesteld. Ook voor deze congruente route ontbreken nog veel goede condities. Creëer ze samen en doe het morgen.
Categorieën