Innovatieagenda? Zullen we dat nu eens overlaten aan de koplopers?
Hoe maken we van de bouwsector een effectieve transitiemachine? Niet door brancheorganisaties de agenda en het tempo te laten bepalen. De doelen van Parijs realiseren is namelijk de opgave. Het belang van een gemiddeld lid van één van de 563 brancheorganisaties is daar totaal ondergeschikt aan. Het pleidooi: laat de koplopers de route en het tempo bepalen.
Eerste publicatie 23 mrt 2021 Cobouw.nl

Vorige week is er een einde gekomen aan vier jaar Bouwagenda. Ik dacht daarbij terug aan de voorbereiding die voorafging aan de Bouwagenda. Om die te starten moest er door de ministers van BZK en EZ een Kamerbrief gemaakt worden waarin, met inbreng van de markt, de contouren van een innovatieagenda geschetst werd.
Ik weet niet meer waarom, maar iemand leek het slim om mij ook uit te nodigen. Enigszins vermakelijk was de mate waarin de groep groeide omdat één of andere lobbypartij weer lucht had gekregen dat er iets gebeurde in Den Haag, waar je bij moest zijn. Het is namelijk al 40 jaar lang een 4-jaarlijks terugkerend ritueel die praatsessies over verandering in de bouw die je niet mag missen als lobbyist.
De analyses van wat er mis is met de bouw verschillen in die 40 jaar nauwelijks. Toch herhalen we het iedere vier jaar weer. De praktijk is dat het, net als nu, zelden leidt tot verandering van de status quo. De meeste brancheorganisaties schuiven juist aan om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk veranderd en als het dan echt moet dan echt heel langzaam. Meestribbelen noemen we dat in transitieland.
Meestribbelaars zijn personen (of instelling) die bij monde zeggen maatschappelijk waardevolle doelen na te streven, dat ogenschijnlijk ook doen, maar (on)bewust het tegengestelde belang dienen en daar ook naar handelen.
Ik heb in die begingesprekken gepleit voor langetermijndoelen (en niet een Bouwagenda die zich bezig zou houden met allerhande projecten en programma’s over actuele problemen waarin de laatste Bouwagenda uiteindelijk is ontaard) met stevige ambities op thema’s als: arbeidsproductiviteit, verduurzaming en digitalisering in combinatie met technische en sociale innovaties.
Revolutie
Niet gelukt, de EIB (stevige invloed) heeft niks met innovatie of industrialisatie en middelen zouden er alleen zijn als er concrete projecten zouden worden gebouwd rondom actuele vraagstukken. Gevolg, de door Wientjes gepredikte Revolutie is uitgebleven. We hebben vier jaar stilgestaan terwijl de nood hoog is. Het halen van de CO2-doelen in 2030 is bepalend voor wat we nog kunnen halen in 2050. Nederland heeft haar handtekening gezet onder het akkoord van Parijs. Dat streeft naar een temperatuurstijging van tussen de 1,5 en 2,0 graden met de intentie om zo dicht mogelijk bij 1,5 graden uit te komen.
De bouwsector moet daarvoor in 2030 al een CO2-reductie van 75% ten opzichte van 2020 hebben gerealiseerd. In die ambitie past geen enkele meestribbelaar. We kunnen verandering in de bouw daarom niet overlaten aan brancheorganisaties. We kunnen het ons niet permitteren om nog langer te blijven hangen in pilots en experimenten. We weten inmiddels hoe we veel sneller kunnen. We weten ook dat we daarvoor een problematische structuur, cultuur en bouwpraktijk moeten overwinnen.
Innovatieagenda
Het feit dat ik voor de volgende ronde innovatieagenda (jawel, de volgende is al weer in de maak) ben benaderd door mensen die zich manifesteren als de ontwerp-, bouw-, en technieksector, verontrust mij. Het betekent desintegratie. Wanneer gaan we nou eens de condities creëren waarmee koplopers, die zich niet onderscheiden in ontwerp-, bouw- en technieksector, snel en adequaat kunnen opschalen? Ze zijn nu een vijfde wiel aan de wagen. Lastig en veel te snel. Met hun snelheid vallen er partijen om. Nou, beste overheid en brancheorganisaties, de opgave heeft maar één antwoord: doe mee of val af. We moeten namelijk sneller, en snel ook.
We hebben een minister nodig die de bouw weet te transformeren naar een effectieve transitiemachine
We hebben daarom ook helemaal geen minister nodig die van de bouw houdt, zoals Wientjes bepleitte in een Cobouw-artikel. We hebben een minister nodig die de bouw weet te transformeren naar een effectieve transitiemachine. Een minister die de koplopers het tempo en de agenda van de vernieuwing laat bepalen. Een persoon die de doelen van Parijs op het netvlies heeft en geenszins het belang van een gemiddeld lid van één van de 563 brancheorganisaties. Een minister dus die door roeien en ruiten gaat en weet dat echte verandering van de sector de doelen sneller en effectiever dichterbij brengt.
De zin daarover die in het nieuwe regeerakkoord kan komen te staan heb ik al geformuleerd:
‘‘We stoppen met het idee dat de bouwsector in staat is om onder aanvoering van de brancheorganisaties te transformeren naar een sector die op een snelle en betaalbare manier de grote opgaven rondom de nieuwbouw van huizen, de energietransitie en circulariteit kan waarmaken, we luisteren naar koplopers om te horen wat er wel kan en creëren de condities waarmee die koplopers snel kunnen opschalen, de gevestigde belangen van de oude bouwpraktijk spelen daarin niet langer een bepalende rol.’’
Categorieën