Studentenparadox
Cobouw column nr 24, 26 juni 2015
Eén van de mooiste onderdelen van mijn ‘job’ zijn de vele contactmomenten met studenten. Zo geef ik onder andere gastcolleges aan studenten van hogescholen en universiteiten. Daar kom ik altijd wat flabbergasted vandaan. Aan de ene kant enthousiaste studenten die vol leergierige vragen zitten en aan de andere kant weerstand van studenten die zich blijkbaar al een beeld van de bouwwerkelijkheid hebben gevormd. Eén ding is onmiskenbaar: ondanks de inzet van bevlogen docenten, gastdocenten en lectoren blijven onze jongens en meisjes dingen leren die ver af staan van de nieuwe bouwpraktijk. In een tijd van exponentiële technologie zal dat alleen maar erger worden. Er zijn studies waarbij 75 procent van de kennis uit het eerste jaar al achterhaald is als de studenten afstuderen. De bouw zal hopelijk niet achterblijven.
Ik zie nu een soort tweedeling. Je hebt enerzijds de studenten die trouw hun studiepuntjes halen op basis van achterhaalde stof en anderzijds studenten die zelf de wijde wereld intrekken om kennis te assimileren en daarmee gave dingen doen. Ik zit de laatste tijd veel met dat soort toppertjes aan tafel in verband met een student-challenge die ik organiseer voor een groep studenten uit uiteenlopende vakgebieden. Dat is smullen. Studenten die bijvoorbeeld al een eigen bedrijf hebben of studeerden op Massachusetts Institute of Technology. Vaak zijn ze ook onderdeel van honour programs.
Het is echter de vraag of deze kantelaars in de dop echt een fundamentele rol gaan spelen in de bouw. De bouwsector biedt hen namelijk weinig uitdaging. Dat betekent dat de bouw het waarschijnlijk moet doen met de mindere goden. De sprokkelaars van studiepuntjes verdwijnen in de grijze bouwmassa. De vraag is hoe we ook die talenten behouden en kansen geven. Zij willen werken aan exponentiële technologie, terwijl ze ook de boostersdaarvan zijn. Een kip-ei paradox, wie durft daarin te investeren?
Categorieën