Huh!?…de Stroomversnelling is toch 100% LEGOlisering?
Het is weer eens zover. Een wetenschapper die meent ongezouten kritiek te moeten leveren op de Stroomversnelling zonder ook maar een spoortje research te verrichten. Hennes de Ridder door velen aanbeden als de man van de nieuwe inzichten laat zien dat ook hij de 20e eeuw nog niet is ontgroeid.
Als de Ridder de moeite had genomen eens een aantal prototypes van de Stroomversnelling te bezoeken of had gesproken met de innovatieteams van de individuele bouwers, zou kritiek kunnen worden opgevat als feedback om het beter te doen. Daar is echter geen sprake van. Zonder kennis van zaken en met de perceptie dat hier sprake is van het zoveelste ketensamenwerkingsinitiatief is de Ridder al enige tijd uit de heup aan het schieten.
En dat is jammer. Want er is op dit moment geen enkel initiatief wat ooit dichter bij de droom van de Ridder komt dan de Stroomversnelling. De Stroomversnelling is een programma wat is bedoeld om de transitie in de bouw te versnellen. Het creëren van condities waarmee de hele sector vooruit kan. Voorbeelden daarvan zijn aanpassing van wet en regelgeving maar ook het maken van standaarden rondom prestatiecontracten, certificering en financiering.
Alhoewel ik denk dat de Stroomversnelling zichzelf wel kan bewijzen zou het goed zijn als de Ridder eens met onderbouwde argumenten zou komen in plaats van heup schietend zijn praatjes te doorspekken met zuur cynisme. De niet onderbouwde kritiek zoals verwoord in het Reformatorisch Dagblad van 10 mei jl kan ik in ieder geval in dit stuk van tafel vegen. Ik zal het stuk ook voorzien van enige citaten uit het boek van de Ridder (LEGOlisering van de bouw, 2011) zodat hij zichzelf nog eens tegenkomt bij het lezen van dit stuk.
Hieronder per kritiekpunt een weerlegging met de juiste inhoudelijke feiten en de filosofie achter bepaalde keuzes die zijn gemaakt binnen de Stroomversnelling.
(Een kleine waarschuwing: het stuk is eigenlijk te lang en kan taalfouten bevatten. Het ontbreekt mij vooralsnog even aan tijd om het bondiger en secuurder te doen.)
Een slimme truc van bouwondernemers en adviseurs om de hele gemeenschap geld uit de zak te kloppen.
De Stroomversnelling is voortgekomen uit het transitieprogramma Energiesprong. Een programma uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK. Energiesprong heeft als missie om condities te creëren waarmee het mogelijk moet worden een energie neutrale gebouwede omgeving te bereiken in 2050. Het programma is niet bedacht door adviseurs, integendeel. Een van de belangrijkste condities voor het bereiken van een energie neutrale gebouwde omgeving is het bereiken van een nieuwe bouwpraktijk. Het domweg stapelen van producten, hoge faalkosten, hoge transactiekosten en het ontbreken van industriële schaalvoordelen zullen duurzame producten op korte termijn onbetaalbaar maken. De afgelopen jaren is er met koplopers geëxperimenteerd met hoog-niveau renovaties en extreem zuinige nieuwbouw. De conclusie: de bouw kan zeker 40 tot 50% goedkoper produceren door te kiezen voor een nieuwe bouwpraktijk. Daarnaast is de energiedoelstelling niet zozeer een doel maar veeleer een middel. Een economisch middel voor het realiseren van investeringskracht en een stimulerend middel om radicale innovaties uit te lokken.
Citaat LEGOlisering in de bouw:
“De eerste boodschap is dat de huidige manier van werken in de bouw over de gehele wereld verre van optimaal is. De manier van werken zit als in beton gegoten in de cultuur en structuur. Er is sprake van en sterk ingebed systeem, dat moeilijk te veranderen is. Het verbeteren van een slecht systeem maakt het alleen maar erger. Verandering kan alleen als het gehele systeem worst aangepakt en er een beeld is van een nieuw systeem dat voor de vragende partijen (eindgebruikers, klanten en de samenleving als geheel) aantrekkelijk is. De daarbij horende gedachte is dat de aanbiedende partijen daardoor en nieuwe ordening krijgen die uiteraard net voor iedereen maar wel voor de overgrote meerderheld van de marktpartijen op forte termijn voordeel oplevert”
Waarom de Ridder zich zo afzet tegen aannemers begrijp ik helemaal niet. Uiteraard kan vernieuwing uit alle hoeken komen. En ik geloof dat onder meer de toeleverende industrie daar een belangrijke rol in heeft. Ook nieuwkomers kunnen een rol gaan spelen. Maar uit die hoek zien we tot nog toe weinig beweging. Om de noodzakelijke stappen te zetten is power nodig. Partijen die bereid zijn te investeren in innovatie, industrialisatie en cultuurverandering. Altijd maar blijven roepen dan aannemers dat niet kunnen is weinig constructief.
De bouwers die binnen de Stroomversnelling actief zijn hebben innovatieteams ingericht en vergaande investeringsplannen voor het bouwen van fabrieken. Sommigen zelfstandig anderen samen met co-makers. Ze investeren op dit moment al onafhankelijk van elkaar in de verschillende prototypes. De corporaties betalen voor die prototypes evenveel als voor de 11.000 woning die ze afnemen. Het bouwrecht wordt over boord gezet. Er is geen sprake meer van het aannemen van werk maar het afnemen van een product waar huurder als eerste comfortabel, gezond en prettig in kunnen wonen. Het is meegenomen dat NulOpDeMeter zorgt voor een cashflow waarmee die investering gedaan kan worden. Wat de corporatie koopt is een prestatiegarantie. Prestaties op het gebied van comfort, gezondheid, energie en Total Costs of Ownership. Langjarige granties worden afgedekt met een gecertificeerde garantieregeling waardoor langjarige verplichtingen kunnen worden aangegaan met betrekking tot de te garanderen prestaties.
Citaat LEGOlisering in de bouw:
“Aannemers zullen geheel anders gaan werken. Profiterend van het hen geschonken vertrouwen zullen zij binnen de kortste keren eindproducten ontwikkelen. Het eenmalige werk op een project maakt plaats voor Research & Development. Zij zullen moeten investeren in productontwikkeling, moeten kiezen voor wat ze wel en niet doen en wennenaan het hebben van bedrijfsrisico’s. Het inrichten van de keten is veel meer gericht op samenwerking dan op uitbesteding. Verder zullen zij uitgebreid aan marketing moeten doen en zelf zorgen dat zij met hun eindproducten gecertificeerd zijn.”
De bewering dat corporaties geld uit de zak wordt geklopt is nogal aanmatigend voor de betrokken partijen. Net of ze gedwongen worden hun hoofd in een onontkoombare strop te steken. Niet is minder waar. De corporaties die dit initiatief ondersteunen zijn de koplopers die de noodzaak zien om mee te helpen de heersende bouwpraktijk te veranderen. Ze nemen bewust de rol in van afnemer. Een afnemer die zeker weet dat de beloofde prestaties ook geleverd gaan worden omdat er domweg een economische verantwoorde en juridisch waterdichte prestatiegarantie onder ligt. En nee, zover zijn we nog niet. Maar het is juist de bedoeling snel op dat niveau te komen.
Citaat LEGOlisering in de bouw (over de afnemer):
“(…) Zij zullen veel meer assetmanagers zijn die hun bouwwerken inkopen en zich alleen concentreren op de opgave die ingekochte bouwwerken goed in hun netwerk of portfolio te krijgen. Daarbij behoeven ze zich niet meer te bemoeien het ontwerp van hun aan te schaffen bouwwerken. Zij beperken zich tot wat eventueel bouwwerken die worden ingekocht kunnen betekenen voor hun netwerk en/of portfolio. Het maken van een goeie context is hun enige bemoeienis met eventuele bouwopgaven zodat zij zich veel beter kunnen wijden aan hun primair proces.”
Zoveel geld stop je niet in dit soort woningen, de woningen zijn al lang afgeschreven.
Een veel gehoord argument. Maar ook een misplaatste als er even wordt doorgedacht. Woningen zijn geen productiemiddelen die je kunt afschrijven. Er is geen particulier of commerciële belegger die een woning koopt met de intentie die te gaan slopen omdat de afschrijvingstermijn is bereikt. Woningen hebben voor zowel particulieren, beleggers en corporaties een verkoopwaarde. Dat corporaties die nu nog in de boeken afschrijven tot bedrijfswaarde is een van de waardevolle veiligheden in het volkshuisvestingssysteem. Het is echter niet zonder reden dat minister Blok binnenkort de corporaties zal verplichten tot het waarderen op marktwaarde. Op dat moment is er ook in de boeken van corporaties geen sprake meer van bijna afgeschreven woningen.
Veel corporaties hebben zogenaamd gemengd bezit. Dat zijn woningen die onderdeel uit maken van een complex met particulier bezit. Het is geenszins te verwachten dat die particulieren mee gaan in sloopplannen van woningcorporaties, daar heb je immers de woning niet voor gekocht. De vraag is dus wanneer de eigen woning van de Ridder toe is aan sloop en nieuwbouw. Ik verwacht niet dat de Ridder denkt dat hij dat nog mee zal maken.
Na de oorlog zijn er in Nederland iets meer dan 5 miljoen woningen gebouwd. Ik zal niet zeggen dat al die woningen geschikt zijn voor een hoog-niveau-renovatie. Dat zou ook geen slimme strategie zijn. Een groot deel heeft echter wel een waardevol casco en een groot woonoppervlak. Deze woningen kunnen na renovatie betere prestaties krijgen op het gebied van comfort, gezondheid en energie dan een nieuwbouwwoning.
Het slopen en opnieuw neerzetten van de beschikbare waardevolle casco’s kost zo’n beetje 30% van totale energieverbruik van een woning over de totale levensduur (embedded energy). Het gebruik maken van de bestaande casco’s is voor een grote categorie woningen dus veel duurzamer dan sloop – nieuwbouw.
Het massaal slopen en vervangen van bestaande woningen is ook onmogelijk als je op de achterkant van een sigarendoos de beschikbare productiecapaciteit afzet tegen de opgave. In 30 jaar 7 miljoen woningen vervangen betekent een jaarlijkse nieuwbouwproductie van 233.000 woningen per jaar. Best mogelijk als we dat industrieel oppakken maar iedereen met een beetje verstand weet dat het hier gaat om de gebouwde omgeving, Die kenmerkt zich doordat het zich gedraagt als een langzaam transformerende massa. Daarnaast zal nieuwbouw gepaard gaan met forse afschrijvingen van datgene wat er al staat. Vanuit het oogpunt van kapitaalverschaffers al een doodlopende weg lijkt me zo.
Een complete make-over van je woning met als basis de cashflow die jaarlijks naar de energiebedrijven en de staatskas vloeit ligt veel meer voor de hand. De gemiddelde particulier kan voor zijn energierekening zo’n 45.000 euro lenen. Dan ligt daar ook de lat voor de bouwindustrie. Woningrenovatie als product geproduceerd in de fabriek en leverbaar in de serie van één. Dat is de uitdaging voor de bouwindustrie.
Voor zestigduizend euro kun je een nieuwe woning bouwen.
Dat is een slechte weergave van de werkelijkheid. Een bouwbesluit woning heeft een oppervlak van zo’n 80 vierkante meter. De prijs voor een dergelijke woning die ook nog eens industrieel is geproduceerd bedraagt zo’n 57.000 euro exclusief BTW. Inclusief BTW is dat 69.000 euro. Maar dan heb ik nog geen nieuwbouwwoning. Ik moet er nog grond bijkopen, leges betalen, aansluitkosten afdragen en jaarlijks zo’n 120 euro energie kosten betalen. Een bedrag dat in 15 jaar zomaar kan optellen naar 30.000 euro voor een nieuwbouwwoning en 45.000 voor een gemiddelde bestaande woning. En dan heb ik het ook nog over een woning van 80 m2 uitgevoerd in een basisdesign. Als we kijken naar de woonoppervlaktes van de bestaande voorraad, met name de eind 60 en begin 70 woningen, dan is dat veel meer. Pakken we een nieuwbouwwoning met een oppervlak van 105 m2, wat meer design en inrichting dan loopt de prijs als snel op naar zo’n 150.000,- inclusief grond, BTW en bijkomende kosten.
Overigens liggen de bedragen die corporaties nu investeren om woningen te renoveren op een prijsniveau van 45.000 tot 65.000 euro. Daar staat dan een gemiddelde energiebesparing van zo’n 30% tegenover en een huurverhoging van een paar tientjes. Bij de Stroomversnelling is het de uitdaging om renovatieproducten te ontwikkelen die kunnen concurreren met een B-label renovatie. De energierekening kan daarbij dalen naar nul. De kosten die de bewoner kwijt was aan die energierekening wordt voortaan betaald aan de woningcorporatie. Dat is gemiddeld 5x zoveel als de paar tientjes bij een label-B renovatie. De bewoners behoudt dus dezelfde woonlasten, de corporatie heeft een kasstroom om te investeren en de bouwers raken hun producten alleen kwijt als de prijs past in een sluitende renderende businesscase.
En nee, het is geen vrijbrief voor ongebreideld energieverbruik. De nul-garantie wordt verleend op basis van het gemiddelde bewonersprofiel wat past bij de desbetreffende woning. De woning behoud een aansluiting op het net waardoor plussen, maar ook minnen, worden afgerekend met het energiebedrijf. Zittende bewoners die een veel lager verbruik hebben dan dat gemiddelde hebben dubbel geluk. Naast het feit dat hun energieprijs de rest van de huurperiode met de inflatie index gaat stijgen zullen zij ook geld krijgen voor de terug geleverde energie die de woning genereert.
NulOpDeMeter is een eenzijdige focus
NulOpDeMeter (NOM) is geen focus maar een ambitieniveau. Een ambitieniveau wat innovatie moet uitlokken binnen de hele bouwindustrie. Energie wordt in economische zin veel meer gezien als een middel. Pas op een veel hoger abstractieniveau draagt het bij aan de doelstellingen die we willen bereiken voor wat betreft het verduurzamen van de gebouwde omgeving.
Het zou de Ridder gesierd hebben als hij voor het doen van uitspraken eens een bezoek had gebracht aan één van de prototypes van de Stroomversnelling. Hij had kunnen constateren dat de basis voor de innovatieopgave de klant is die gewoon comfortabel en gezond wil wonen. Dat is de kernopgave voor het ontwikkelen van renovatieproducten.
De problemen die de Ridder benoemd als op te lossen zijn dan ook dissatisfiers. Er gaat niet in een woning geïnvesteerd worden als er geen wooncomfort gecreëerd kan worden wat past bij de basiskwaliteit anno 2014.
De NOM ambitie zorgt er voor dat de in 90% van de gevallen de buitenkant van de woning een volledig nieuw aanzicht krijgt. Het beeld van onze bestaande voorraad zal daarvoor radicaal veranderen wat ten goed komt aan de leef kwaliteit van wijk en buurt. Om dat op een betaalbare manier te doen moeten er complete nieuwe gevel, dak en installatie componenten ontwikkeld worden.
De gevel:
Wat te denken van volschuim gevels afgewerkt met composiet. Gevels waarin de complete installatie verdwijnt. Gevels waarin de pijpen, kabels en leidingen al in de fabriek worden geassembleerd zodat er sprake is van plug and play op de “bouwplaats”. Gevels die warmte accumuleren en vice versa. Gevels die zo slim worden gefabriceerd met 3D technologie dat de montage op de “bouwplaats” nog geen 1 minuut in beslag neemt. Gevels zonder kozijnen omdat de functionaliteit volledig verloren is gegaan. Gevels die nog geen 200 kilo wegen door nieuwe productiemethoden tot aan de 3D printer toe. Gevels ook die geproduceerd gaan worden op echte lopende banden en niet in overdekte bouwplaatsen. Gevels die op diezelfde lopende band gemodificeerd kunnen worden omdat de klant of designer dat wenselijk acht.
Het dak:
Het principe van volschuim daken kenden we al. Maar dat de energieopwekking en daglichttoetredingen volledig geïntegreerd kunnen worden in dezelfde modulaire maten bestond nog niet. Zonnepanelen die als dakbedekking kunnen fungeren met combinaties van warmteopwekking en elektriciteitsopwekking.
De installatie:
Compacte installaties waarbij verschillende leveranciers hebben samengewerkt om één unit te bouwen. Die unit staat niet meer in de woning waardoor er tijdens de renovatie niet meer geboord en gezaagd hoeft te worden in de woning. Deze compacte installaties zullen in de toekomst steeds meer in de gevel verdwijnen. Of wat te denken van de ontwikkelingen rondom gelijkstroom en opslag. Het gebruik van gelijkstroom maakt opwekking 30% efficiënter. Tot nog toe was er echter geen schaal om dat idee verder uit te werken. Twee weken gelden vloog een team van Mitsubishi naar Nederland om de mogelijkheid om gelijkstroom producten te ontwikkelen nader te verkennen, de eerste gelijkstroom warmtepomp is inmiddels als prototype geleverd. De basis voor de off-grid woning die is gekoppeld aan een micro-grid en de buurtbatterij wordt ontwikkeld binnen de Stroomversnelling.
Het interieur:
De renovatie van de keuken, badkamer en keuken in 1 dag, gelijktijdig met de gevelrenovatie is een ongekende vooruitgang waarbij volop gebruik wordt gemaakt van de nieuwste 3D inmeet, engineering en fabricagemethoden. Of wat te bedenken van geluidwerende voorzieningen waarin het warmteafgiftesysteem is opgenomen. Maar ook nieuwe sealtechnieken om asbest op een goedkope (70% lagere kosten) en verantwoorde manier te verwijderen gaat geëxperimenteerd worden binnen de Stroomversnelling.
De innovatieteams van de bouwers kijken niet alleen wat er te koop is aan producten maar dagen specifieke toeleveranciers ook uit om nieuwe producten te ontwikkelen die onderdeel worden van het concept. Ze vragen om specifieke modificaties die het product goedkoper maken of de levensduur fors verlengen (de gelijkstroom warmtepomp kan 10 jaar langer mee dan eentje op wisselstroom bijvoorbeeld). Draaien aan de engineering- en dimensioneringsknoppen zorgen voor een integraal werkend systeem. De woning als systeem is de ultieme uitdaging voor zowel renovatieproducten als nieuwbouwproducten.
Citaat LEGOlisering in de bouw:
“De rol van de toeleveranciers cq. Producenten van materialen, elementen en componenten verandert. Nu staan ze eigenlijk achter in de rij van spelers die zich met het maken van een eenmalig uniek bouwwerk bezig houden. Straks staan ze voorin de rij omdat ze als co-maker betrokken worden in de samenwerkende ketens van de leveranciers. Zij bepalen voor een groot deel wat mogelijk is en bouwwerk specifieke dingen maken. In plaats dat ze alleen maar standaarddingen voor iedereen produceren zijn dan producten die specifieke dingen produceren.”
De rol die de bouwers op zich nemen is die van de OEM (Original Equipment Manufacturer) in de automotive-industrie. De plek waar heel veel merken als één merk de fabriek uitgaan. Of die plaats slechts is voorbehouden aan de huidige bouwers van Nederland is maar de vraag. Het is echter een weinig relevante vraag omdat op dit moment geen enkele partij het voortouw neemt om een dergelijke positie in te nemen. Vijf jaar experimenteren leert mij in ieder geval één ding. Van de individuele fabrikanten van materialen en elementen, hoe groot ze ook zijn, hoeven we die rol vooralsnog niet te verwachten. Complete component leveranciers bestaan nog niet echt. Dat is een markt die vraagt om een tweede interventie.
Vooronderstelling dat de energieprijs flink gaat stijgen.
De businesscase gaat hier helemaal niet van uit, integendeel. De prijzen mogen zelfs dalen. De corporatie heeft ruimte om daar op in te spelen. Ik weet niet waar deze veronderstelling op berust.
Energieverbruik is het probleem niet.
Een gemiddelde woning van voor 1985 verbruikt zo’n 2.000 m3 gas en zo’n 2.500 kWh stroom (het totale gemiddelde in NL is 3.500 kWh). Omgerekend in energie is 2.000 m3 gas te vertalen naar 20.000 kWh. Als de ridder het probleem van de warmtevraag denkt te kunnen oplossen met duurzame opwekking dan zouden we dat morgen moeten doen. Hij moet dan wel rekenen op zo’n 75 windmolens per Nederlandse gemeente. De NOM woning verbruikt na renovatie nog zo’n 5.500 kWh. En dat is dan 100% duurzaam opgewekte energie.
Het verbruik van deze fossiele brandstof is op dit moment alleen aan te pakken aan de gebruikskant. En niet door lullige besparingscampagnes maar door het fors reduceren van de warmtevraag. Pas dan is het toepassen van duurzame energie echt effectief. Met het strooien van zonnepanelen en windmolens om die 3.500 kWh op te lossen gaan we er niet komen.
Citaat LEGOlisering in de bouw:
“De tweede boodschap is dat er een heldere route voor verandering is, waarbij zowel het waarom , wat , wie , waar, wanneer en van de verandering zijn aan te geven, alsook het resultaat dat daarmee bereikt wordt. (..) Conclusie is dat in 20 jaar de waarde die de bouwsector met haar cultuur en structuur onttrekt van de totale sociaal/culturele, economische en ecologische waarde kan worden gehalveerd en dat de toegevoegde waarde kan worden verdubbeld.”
Dom om mensen voortaan geen energierekening meer te presenteren, de mensen krijgen gratis energie.
Er is helemaal geen sprake van gratis energie. De mensen krijgen een woonbundel die is gebaseerd op het gemiddeld verbruik van een huishouden passend bij die woning. Dat wordt vooraf gecommuniceerd met de bewoner en vastgelegd in een handleiding. Die handleiding beschrijft tot in detail hoe het energieverbruik van het referentiegezin in elkaar zit. Zittende bewoners kunnen daar altijd mee uit de voeten. Wil de bewoner meer energie gebruiken dan kan dat maar dan ligt er aan het eind van het jaar wel een energierekening op de mat. Gewoon keurig van het energiebedrijf.
Citaat LEGOlisering in de bouw:
“De professionele aanbieder verbindt de productverantwoordelijkheid, de verplichting tot levering, de aansprakelijkheid voor schade door falen en de garantie bij falen met gespecificeerde en in het laboratorium getoetste prestaties die voor zijn klant belangrijk zijn. Wat de klant verder in het gebruik doet is diens verantwoordelijkheid. ‘Binnen de handleiding blijven’ geeft zekerheid; buiten de handleiding opereren is voor eigen rekening. De aanbieder kan onmogelijk de gevolgen van onjuist handelen van anderen op zich nemen.”
Het project wordt in volstrekte gezamenlijkheid uitgevoerd en kennis wordt honderd procent gedeeld.
Ik heb de Ridder nog nooit gezien bij de bijeenkomsten van de Stroomversnelling. Waar deze veronderstelling vandaan komt is dan ook volstrekt onduidelijk. Iedere bouwer heeft zijn eigen innovatieteams en werkt aan eigen concepten die op geen enkele manier met elkaar zijn te vergelijken.
We leven daarnaast in de 21 eeuw dus het concept van kennisdelen wordt hier uiteraard volop toegepast. We hebben immers innovatie van de buitencategorie nodig. Het gaat dan echter altijd om kennisdeling die de concepten en ideeën van de individuele innovaties kunnen versterken. Waarom zou het concept van gelijkstroom door vier afzonderlijke partijen moeten worden uitgevonden. En waarom zou de fabrikant van de gelijkstroom warmtepomp dat apparaat ook niet kunnen verkopen aan andere partijen waarbij de kennis over de aanpalende deelsysteem ook gedeeld moet worden. Wat is eigenlijk tegen kennisdelen als iedereen daar beter van wordt en daarmee zijn eigen product nog gewilder kan maken voor de klant.
De concurrentie wordt gedempt, er worden prijsafspraken gemaakt en het werk verdeeld.
Ik vermoed sterk dat de Ridder de Stroomversnelling verward met de Ketensamenwerkingsinitiatieven van corporaties en bouwers die de afgelopen tijd als paddenstoelen uit de grond schoten. Initiatieven die vooral stoelen op de theorie dat de keten zich zou moeten gedragen als één bedrijf richting de klant. Een idee waarbij er intensief wordt gestudeerd op een efficiëntere keten maar innovatie stilstaat. De aversie tegen dit soort efficiëntie theorieën delen we echter volledig. Het is voor mij onbegrijpelijk waar het idee vandaan komt dat de stroomversnelling gestoeld is op die theorie.
Er worden geen prijsafspraken gemaakt. De prijzen van de renovaties liggen namelijk al vast. Er zijn voor verschillende woningtypologieën afnameprijzen gedefinieerd waarbij één ding zeker is: ze liggen ver onder de huidige kostprijs voor dat soort renovaties. Het is aan de bouwer om binnen het totaal van 2750 woningen onder die kostprijs te komen. De prototypes, testwoningen, voorbeeldwoningen en werkelijke renovaties worden allemaal afgenomen voor dezelfde prijs: de prijs van de 2750e. De bouwers zullen dus op de eerste series flinke verliezen moeten incasseren. Want een kostprijs onder de afnameprijs wordt pas echt gerealiseerd als die fabrieken echt zijn gebouwd en de diverse componenten van de lopende band rollen. Dat is ook de reden waarom er vier grotere bouwers zijn geselecteerd. Want laten we eerlijk zijn welke bouwers zijn in staat om die verliezen te nemen, welke bouwers zijn in staat om fors te investeren in fabrieken in de wetenschap dat hij nog niet weet hoe de prijs van die 2750e renovatie bepaald kan worden.
Categorieën
Mooie uitgebreide reactie Jan Willem. Wel jammer dat je wederom hebt gemeend om Ketensamenwerking achteloos aan de kant te zetten. En dat na alle discussies die wij daarover gevoerd hebben weet jij net zo goed als ik dat Ketensamenwerking weldegelijk kan leiden tot de boordnodige vernieuwing en innovatie in de sector. Weliswaar op een andere manier dan wat jullie proberen, maar de Ketensamenwerkers verdienen veel meer waardering dan jij blijkbaar wilt geven. Daardoor kom je op zich terechte reactie toch een beetje in een ‘de pot verwijt de ketel’ daglicht te staan. En dat is spijtig.
Tja Jack, ik had me ook voorgenomen dat niet meer te doen nu zichtbaar aan het worden is wat ik altijd heb bedoeld. Aangezien Ik een beetje weet hoe Hennes aankijkt tegen dat fenomeen heb ik gemeend dat onderscheid te moeten maken. Dat had inderdaad met wat meer nuance gekund.